Subsidie voor lokale initiatieven brengt mensen samen

Al meer dan 90 kleinschalige projecten zijn de afgelopen jaren met hulp van het Waddenfonds gerealiseerd. Zo spannen op Texel bewoners zich in voor een plasticvrij eiland, krijgt Pieterburen een nieuw multifunctioneel centrum en worden in Friesland vlinder- en bloemendorpen gecreëerd door de biodiversiteit te verbeteren. Het zijn maar een paar projecten van de tientallen die met het Budget Lokale Innovaties (BLI) van het Waddenfonds mogelijk zijn gemaakt. BLI richt zich op lokale en innovatieve projecten die de leefbaarheid en duurzaamheid in het Waddengebied moeten stimuleren.

Maar is dat ook zo? Zorgen deze kleinschalige en lokale projecten daadwerkelijk voor meer vitaliteit en gemeenschapsgevoel in de dorpen in het Waddengebied? Voor zijn master Society Sustainability and Planning aan de Rijksuniversiteit Groningen deed Adriaan van der Veer in opdracht van het Waddenfonds het afgelopen jaar onderzoek naar de effecten van het Budget Lokale Innovaties.

Waar heb jij je in het onderzoek op gericht?

Ik heb vooral gekeken of mensen door een BLI-project echt veranderingen ervaren in hun buurt. Daarnaast kijk ik naar het effect van de projecten op de sociale netwerken van bewoners en de relatie met duurzame economische ontwikkeling. Voor het onderzoek zijn 87 enquêtes afgenomen onder bewoners waar BLI-projecten zijn geïnitieerd. Op basis hiervan kan ik stellen dat BLI-projecten een gunstig effect hebben op de lokale bevolking. Het valt op dat de participanten erg positief tegen de projecten aan kijken. Ze ervaren veel gunstige gevolgen van de projecten, op uiteenlopende gebieden zoals de vitaliteit en het gemeenschapsgevoel in het dorp. Ook zijn de netwerken binnen de gemeenschap sterker geworden. De link met duurzame economische ontwikkelingen is ook te leggen, maar is wat abstracter.

Wat is het belang van BLI-projecten volgens het onderzoek?

Een belangrijk doel van de subsidieregeling is natuurlijk het creëren en versterken van netwerken in het Waddengebied. Het lijkt erop dat dat inderdaad gebeurt door de BLI-projecten. Door deze subsidie krijgen mensen een extra mogelijkheid om iets te doen of te organiseren, zodat ze iets terug kunnen geven aan hun omgeving. Hiermee worden deuren geopend. Het mooie hieraan is dat het Waddenfonds en de initiatieven samen hun doelen kunnen bereiken. Voor de initiatiefnemers is dit hun omgeving aantrekkelijk houden en maken, voor het Waddenfonds is dit het versterken van de netwerken.

Er wordt wel gezegd dat het Waddenfonds zich vooral op grote projecten moet richten. Hoe kijk jij daar tegenaan?

Deze kleine projecten dragen zeker bij aan de duurzaamheid van het Waddengebied. Duurzaamheid heeft drie aspecten; een milieuaspect, een economisch aspect en een sociaal aspect. Als er aan één van deze aspecten niet wordt voldaan, dan is er dus geen sprake van duurzaamheid. Er moet synergie zijn tussen de drie. Ik denk dat de BLI die synergie goed benadert en ook daarom waardevol is. Ik vind BLI-projecten een mooie manier om het belang van duurzaamheid op kleine schaal naar de voorgrond te brengen. De initiatiefnemers van de BLI-projecten zetten zich echt in voor een project in hun buurt, dat vergt overtuigingskracht waar je voor staat en sluit mooi aan bij het sociale aspect van duurzaamheid. Tijdens het onderzoek heb ik die overtuiging van de participanten duidelijk meegekregen. Je schouders er onderzetten om echt iets te doen en een verschil te maken.