Atlantikwall deze zomer open voor publiek

Na negen jaar van voorbereiding gaat de Atlantikwall in het Waddengebied deze zomer open voor publiek. Ooit liet Hitler in de Tweede Wereldoorlog een 6000 kilometer lange verdedigingslinie bouwen van Noorwegen tot Spanje. Langs de waddenkust is van deze Atlantikwall veel bewaard gebleven. Samen vertellen ze het verhaal van de luchtgevechten boven het Waddengebied en de vele slachtoffers die er zijn gevallen. Met hulp van het Waddenfonds en de drie waddenprovincies zijn tien bunkers en stellingen toegankelijk gemaakt voor het publiek. De opening wordt ondersteund met een speciale krant, die in een oplage van 250.000 exemplaren onder de inwoners van het Waddengebied is verspreid en op tal van toeristische hotspots te verkrijgen is. Een van de stuwende krachten achter het project is Kees Terwisscha. Hij is blij dat het publiek nu eindelijk de Atlantikwall kan bezoeken. 

Hoe zijn de eerste reacties  op het project?

De laatste jaren was er al een aantal locaties toegankelijk voor publiek. De belangstelling daarvoor was al boven verwachting. Zo is de Tigerstelling op Terschelling inmiddels één van de meest bezochte bezienswaardigheden op het eiland. Je ziet sowieso dat de belangstelling voor de Tweede Wereldoorlog de laatste jaren toeneemt. De bezoekersaantallen van oorlogsmusea groeien. De Atlantikwall langs de waddenkust trekt daarnaast ook families uit Amerika, Engeland en Canada waarvan voorvaderen hebben gevochten en soms in de luchtoorlog boven het Waddengebied om het leven zijn gekomen. Naast het tonen van oorlogsspullen willen we vooral ook insteken op beleving. Op Ameland is één van de bunkers een stiltebunker geworden, waar ruimte is voor bezinning. Ook verbinden we de Tweede Wereldoorlog met actuele thema’s zoals het huidige vluchtelingenvraagstuk en de waarde van democratie.

Is het project ‘Atlantikwall in het Waddengebied’ geworden hoe jullie het van tevoren bedacht hadden?

Het is één van mijn meest dankbare en succesvolle projecten van de afgelopen jaren. Alle plannen die we hadden zijn eigenlijk wel gelukt en we zijn binnen het budget gebleven. Voor zo’n complex project op zoveel verschillende locaties is dat een hele prestatie.  Daarnaast vind ik het heel belangrijk dat deze vergeten luchtoorlog boven het Waddengebied onder de aandacht wordt gebracht van een breed publiek. Er is hier veel gebeurd in de oorlog, daar moeten wij oog voor blijven houden. Overal in het Waddengebied zijn daar sporen van terug te vinden. Denk maar eens aan de vele graven van geallieerde soldaten. Op bijna elk kerkhof langs de waddenkust en de eilanden vind je er wel een aantal.   

Wat was de grootste uitdaging bij de realisatie van het project?

Dat je al die verschillende locaties met elkaar verbindt. Elke bunker heeft zijn eigen groep vrijwilligers, die met veel inzet en kennis de boel ter plaatse runnen. Die vrijwilligers moet je koesteren, want zij maken de Atlantikwall tot een succes. Maar je moet er ook voor zorgen dat ze oog krijgen voor het hele project om die verbindende verhaallijnen, die we voor de hele Atlantikwall hebben ontwikkeld, goed voor het voetlicht te brengen. Ik hoop dat er lokaal uit de omgeving van de bunkers nog wat meer steun komt voor het project, van plaatselijke marketeers en gemeenten. Onze ambitie is dat het snel een volwaardig onderdeel wordt van het toeristisch product in de Waddenregio.

Lees hier de Atlantikwall Krant