‘Specifieke financiering voor Waddengebied moet blijven’

Hij kent het Waddengebied inmiddels op zijn duimpje. Toch begint Geert Boesjes (63) met veel energie aan zijn nieuwe baan als secretaris-directeur van het Waddenfonds. Boesjes was de afgelopen twaalf jaar programmaregisseur en plaatsvervangend directeur bij het Waddenfonds en heeft in die functies een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van het fonds en het Waddengebied. Hij begint met zijn nieuwe job in een cruciale fase voor het Waddenfonds. ,,Eind 2027 stopt het investeringsprogramma van het fonds. De komende tijd moet concreet worden hoe het Waddengebied toch de beschikking kan blijven houden over specifieke financiering voor het gebied. Want dat zal ook in toekomst nodig zijn. Daarvan ben ik overtuigd. En ik wil daar graag een steentje aan bijdragen.’’

Investeren blijft nodig? Wat moet er dan allemaal nog gebeuren?

De Waddenzee is bijvoorbeeld ecologisch nog lang niet op orde. Het nieuwe onderzoeksrapport Staat van de Waddenzee 2025 van de Waddenacademie toont aan dat het er niet goed voorstaat, dat de situatie voor een deel zelfs verslechterd is. Dat zijn natuurlijk verontrustende conclusies. De klimaatveranderingen zullen de uitdagingen nog groter maken. Wat doen we met de zeespiegelstijging? Hoe ga je om met verzilting? En met de toenemende droogte en hitte?

Op projectniveau zijn er ook nog legio uitdagingen. Als Waddenfonds willen we bijvoorbeeld inzetten op duurzaam vervoer in de toeristische sector, op een verbetering van de onderwaternatuur en op integrale projecten, zodat je bijvoorbeeld op de eilanden het zoetwatervraagstuk in één keer aanpakt.

Kan het Waddenfonds het verschil maken?

Dat hebben we de afgelopen twintig jaar zeker gedaan. Dat is mijn stellige overtuiging. Met geld uit het Waddenfonds is er volop geïnvesteerd in honderden projecten. We hebben geholpen om de leefomstandigheden van wadvogels te verbeteren, overal langs de waddenkust kunnen vissen nu landinwaarts zwemmen om voor nageslacht te zorgen. Er lopen verscheidene pilots voor groene energie, we investeren in de ontwikkeling van de Waddenhavens, we stimuleren grootschalige bestrijding van plasticsoep, op het gebied van duurzaam toerisme is er veel aanbod bijgekomen en we ondersteunen kleine kernen met leefbaarheidssubsidies. Zonder het Waddenfonds was dat allemaal niet of veel minder gebeurd.

Daarnaast heeft het Waddenfonds een belangrijke rol in kennisontwikkeling van het gebied. We financieren de Waddenacademie die veel goed wetenschappelijk onderzoek doet naar de grote vraagstukken die spelen. Tot slot wil ik toch ook de samenwerking tussen Noord-Holland, Fryslân en Groningen benoemen. Door de komst van het Waddenfonds hebben de drie waddenprovincies elkaar gevonden en werken ze veel intensiever samen aan de bescherming en duurzame ontwikkeling van het Waddengebied. 

Wat beschouw je als de grootste uitdaging in je nieuwe rol?

Ik wil me sterk maken voor de continuering van een geldstroom voor het Waddengebied. Zoals het nu staat houdt het Waddenfonds eind 2027 op te bestaan. En dat is heel jammer, want we moeten naar mijn overtuiging juist blijven investeren. Het werk is nog lang niet af. De afgelopen jaren is er een Agenda voor de Wadden 2050 tot stand gebracht door Rijk, provincies en vele andere partijen met een lange lijst van ambities voor het Waddengebied.

Naar mijn idee kunnen we al die wensen het beste realiseren op een manier zoals we dat de afgelopen jaren met het Waddenfonds hebben gedaan. Met specifiek geoormerkt geld, in een nauwe samenwerking met Rijk, de waddenprovincies en eventueel andere stakeholders. We hebben de afgelopen twintig jaar laten zien, dat deze aanpak werkt. Waarom zou je dan opnieuw het wiel willen uitvinden?