‘Ik heb er zin in om me sterk te maken voor zo’n waardevol gebied.’
Enkele jaren geleden werkte hij mee aan een onderzoek naar de juridische status van het Waddengebied. Dat zorgde voor veel discussie in de Waddengemeenschap en daarbuiten, want op papier lijkt alles goed geregeld, maar de praktijk is weerbarstiger. Sinds begin april is Herman Kasper Gilissen lid van de Kwaliteitscommissie van het Waddenfonds. De hoogleraar Climate Change, Regulation en Deltas aan de Universiteit van Utrecht is de opvolger van marien bioloog Kees Lankester, die als langst zittend lid afscheid heeft genomen van de onafhankelijke Kwaliteitscommissie, die ooit op verzoek van de Tweede Kamer is ingesteld.
Bent u bekend met het Waddengebied?
Ik weet redelijk wat er speelt. Als kind ging ik er al op vakantie, met mijn grootouders naar Terschelling. Tegenwoordig komt ik vaak op Vlieland of laat me met vrienden droogvallen op een schip op het Wad. De Waddenzee is niet voor niets Unesco Werelderfgoed. Waar vind je op de aarde zo’n groot getijdengebied met zo’n ecologische betekenis? Het is een uniek leefgebied en een onmisbare pleisterplaats voor vogels, vissen en andere dieren en planten.
Niet alleen privé, maar ook als wetenschapper heb ik een relatie met de Waddenzee, als coauteur van een rapport over de Internationaalrechtelijke status van het gebied. Dat rapport is in 2023 verschenen onder de vlag van de Waddenacademie. Ook heb ik verschillende bijdragen geleverd aan onderzoeken over het toekennen van rechten en rechtspersoonlijkheid aan natuurlijke entiteiten, zoals rivieren, estuaria of getijdegebieden.
Waar is met dat rapport precies naar gekeken?
Met een groep van tien wetenschappers hebben we gekeken wat geldende internationale verdragen en Europese richtlijnen op het gebied van natuur- en waterbescherming betekenen voor de Waddenzee. Plus welke verboden, verplichtingen en doelen daaruit voortvloeien voor bijvoorbeeld klimaat en actief natuurherstel. Misschien herinner je je nog de discussie van een paar jaar geleden om van de Waddenzee een rechtspersoon te maken, om het gebied juridisch sterker te laten staan in het krachtenveld van economie en menselijk gebruik. Dat was één van de aanbevelingen in dat rapport.
In het onderzoek kwamen we tot de conclusie dat internationale verdragen en richtlijnen en landelijke regelgeving niet zo goed op elkaar afgestemd zijn. Daar is nog een wereld te winnen. Ook werd duidelijk dat de doelen voor de bescherming van de Waddennatuur, de waterkwaliteit en het behoud van de soorten en habitatrijkdom niet gehaald worden. In dat licht waren de conclusies van het rapport tamelijk verontrustend. Er is dus werk aan de winkel. Ik zie het als een taak om mijn expertise die ik inmiddels heb opgedaan, in te zetten in de Kwaliteitscommissie van het Waddenfonds.
Waar gaat u zich in de Kwaliteitscommissie op richten?
Als leden geven wij gevraagd en ongevraagd advies over de inhoudelijke koers en de kwaliteit van werken van het Waddenfonds. Oftewel, wordt het subsidiegeld goed besteed en haalt het fonds de doelen die het zichzelf heeft opgelegd? Binnen dat kader wil ik me als bestuursrechtjurist hard maken voor kwalitatief goede besluitvorming en een transparant Waddenfonds. In al haar doen en laten. Ook als het gaat om het verlenen van subsidies. Dat proces moet duidelijk en begrijpelijk zijn. Zodat het toegankelijk is voor iedereen.
Ik heb net mijn eerste vergadering als lid van de Kwaliteitscommissie gehad. Mijn termijn loopt tot eind 2027. En ik kan je vertellen, ik heb er zin in om me sterk te maken voor zo’n waardevol gebied.’’