‘Groot draagvlak voor bescherming wadvogel onder publiek’

Interview met projectleider Ingrid Aaldijk van Wij en Wadvogels, dat met steun van het Waddenfonds wordt uitgevoerd.

De miljoenen trekvogels die elk jaar rusten en foerageren op het Wad, hebben het zwaar. Hun aantal nam de afgelopen decennia door diverse bedreigingen verder af. Het miljoenenproject Wij en Wadvogels II van de Vogelbescherming en zes samenwerkingspartners wil die trend keren. Programmamanager Ingrid Aaldijk: ‘Het mooie is dat dit een langlopend programma is’.

Wat houdt Wij en Wadvogels exact in?

Aaldijk: ‘In feite nemen we noodmaatregelen om de vogelstand in de Waddenzee niet verder te laten dalen. Doen we niks, dan gaat de achteruitgang door. We leggen verscheidene hoogwatervluchtplaatsen en broedeilanden aan, waar vogels kunnen rusten en foerageren. Bij Den Oever komt zo’n groot broedeiland, maar we richten gebieden ook opnieuw in, zoals het Hegewiersterfjild bij Harlingen. Een onderdeel is om predatie en menselijke verstoring tegen te gaan. Verder voeren we vogeltellingen uit en doen we onderzoek. De kenniscomponent is dus ook van belang. Het mooie is dat dit een langlopend programma is, waardoor je kunt bijsturen.’

Dit is de tweede fase. Wat waren de resultaten uit fase 1?

Aaldijk: ‘We keken waar de belangrijkste hoogwatervluchtplaatsen liggen en hoeveel voedsel er beschikbaar was voor de vogels. In de kop van Noord-Holland zaten bijvoorbeeld minder vogels dan we hadden verwacht. Er bleek sprake van menselijke verstoring, waar we maatregelen tegen hebben getroffen. We gaan nu samen met terreinbeheerders een zoneringskaart maken. Bepaalde plekken aan de waddenkust willen we beter beschermen tegen verstoring, door bijvoorbeeld het plaatsen van hekken, informatieborden of vogelkijkschermen.’

Wat kun je verder doen tegen menselijke verstoring?

Aaldijk: ‘We zetten de campagne ‘Wad doe jij’ op, waarin we mensen tips geven hoe ze vogels zo veel mogelijk met rust kunnen laten. Een voorbeeld: als vogels opvliegen ben je in feite al te dichtbij gekomen. Ook geven we voorlichting. We leggen uit dat vogels bij hoogwater op kwelders en dijken rusten. Dan moet je daar dus niet heen gaan. Ook doen we aan geleiding. Zo zetten we op de Boschplaat op Terschelling een paaltjesroute uit, zodat bezoekers niet uitzwermen. Een gebied afsluiten is pas het laatste wat je doet, want we willen ook dat mensen kunnen genieten van de natuur. Dan gaan ze er ook zorgvuldiger mee om. Er is trouwens een groot draagvlak onder bewoners en toeristen om wadvogels te beschermen, blijkt uit onderzoek dat we lieten uitvoeren. Ze blijken behoefte te hebben aan meer informatie en praktische tips over het voorkomen van menselijke verstoring van vogels.’

Hoe ga je predatie tegen?

Aaldijk: ‘Langs de Friese en Groningse waddenkust experimenteren we met elektrische afrasteringen. We kijken hoe hoog de hekken moeten zijn en hoe dicht de rasters. Vossen blijken overigens gewoon over het natte Wad te lopen en naar de vogeleilanden te zwemmen. Ze zijn behoorlijk inventief. Ook wilde ratten hebben het voorzien op eieren en jonge vogels. Daarom plaatsen we schuine stalen wanden rondom het aan te leggen broedfort in het Amstelmeer.’