Kaasmakerij de Terschellinger krijgt installatie om ricottakaas te maken

Kaasmakerij De Terschellinger krijgt een bijdrage van € 1 miljoen van het Waddenfonds voor de ontwikkeling, bouw en demonstratie van een kleinschalige verwerkingsinstallatie van wei, wat als restproduct vrijkomt bij het maken van kaas. De wei wordt gebruikt als grondstof voor nieuwe streekproducten. De totale kosten van de installatie bedragen € 2.196.760,-.

Op dit moment wordt de wei, met toestemming van het waterzuiveringsbedrijf op Terschelling, nog geloosd op het riool. Dit is binnenkort niet langer toegestaan. Zonder verwerkingsmogelijkheid op het eiland zou de wei moeten worden afgevoerd naar de vaste wal. Het transport leidt tot extra uitstoot van CO2. Dankzij de nieuwe verwerkingsinstallatie kan dat worden voorkomen.

Als restproduct van het kaasmaakproces wordt de wei verwerkt tot nieuwe hoogwaardige streekproducten als lactose en ricotta als Friese variant van deze Italiaanse kaassoort. Het merendeel van deze producten wordt afgezet op zowel de regionale als nationale markt. Behalve het nuttig gebruiken van wei zal een waterfiltratiesysteem het water uit de wei en het water dat wordt gebruikt in het proces, terugwinnen en hergebruiken. Dat geldt ook voor de warmte die vrijkomt bij het proces.

De opgedane kennis en ervaringen met de wei-verwerkingsinstallatie worden gedeeld met de boeren op Ameland en Schiermonnikoog, die tegen dezelfde problemen aanlopen. Ook grotere afnemers en andere stakeholders delen in de resultaten. Het project draagt bij aan één van de hoofddoelstellingen van het Waddenfonds, namelijk een duurzame economische ontwikkeling in het Waddengebied en dan vooral aan de meer specifieke doelstelling: het benutten van reststromen in de kringlooplandbouw.