Afscheid Henk Staghouwer bij het Waddenfonds

Als voorzitter en bestuurslid stond Henk Staghouwer vanaf 2013 aan het roer van het Waddenfonds en bepaalde hij samen met zijn collega-bestuursleden de koers. Door zijn benoeming als de nieuwe minister van Landbouw, Visserij en Voedselkwaliteit kwam er na negen jaar een onverwacht en haastig afscheid. Zijn beoogd opvolger bij het Waddenfonds is Johan Hamster, die Staghouwer ook als gedeputeerde van de provincie Groningen opvolgde. Veel tijd om te reflecteren op zijn periode bij het Waddenfonds is er niet. Toch maakt de minister ruimte in zijn agenda voor een korte terugblik.

U heeft samen met collega-gedeputeerden negen jaar het Waddenfonds bestuurd. Wat waren voor u de mijlpalen?

,,Het belangrijkste zijn natuurlijk alle investeringen die het Waddenfonds heeft kunnen doen in het Waddengebied, zowel voor de ecologie en natuur als voor een duurzame ontwikkeling van de regio. Een andere mijlpaal die ik wil noemen is toch wel de onderlinge samenwerking tussen de waddenprovincies. Die is goed op stoom gekomen. Samen kun je zoveel meer dan in je eentje. Tegelijk zie je dat door die samenwerking de investeringsbereidheid voor het Waddengebied ook is toegenomen.

Vroeger was er veel minder sprake van samenwerking tussen de waddenprovincies. Is dat door het Waddenfonds veranderd?

Het Waddenfonds is zeker een katalysator geweest. Ik denk dat op de één of andere manier de samenwerking tussen de waddenprovincies sowieso zou zijn toegenomen, maar het Waddenfonds is wel een aanjager geweest. Samen kun je meer bereiken. En samen kun je ook beter zaken op de agenda krijgen. Bij de rijksoverheid bijvoorbeeld. Het mes snijdt dus aan twee kanten: er komt meer van de grond in de regio en het adresseren van zaken die nodig zijn, daar aandacht voor vragen en krijgen, gaat makkelijker.

U bent negen jaar lid geweest van het dagelijks bestuur van het Waddenfonds. Dat is een lange tijd. Bent u iemand van de lange adem?

,,Ja, ik ga voor de lange termijn. Vroeger was ik meer iemand van korte halen, snel thuis. Dat was toen toch de ondernemer in mij, denk ik nu. Maar ik heb inmiddels geleerd dat je als bestuurder een lange adem nodig hebt, wil je resultaten kunnen boeken.’’

Belangrijkste doel van het Waddenfonds is het ontwikkelen en versterken van de ecologische kwaliteiten van de Waddenzee en een verduurzaming van de economie. Is dat, sinds de oprichting van het Waddenfonds zestien jaar geleden, gelukt?  

Jazeker. Dat vind ik wel.  We hebben veel kunnen doen voor Werelderfgoed Waddenzee. Denk aan het herstelprogramma voor de zeegrasvelden, die zo’n belangrijke rol spelen in het ecologisch systeem in de Waddenzee. Of de investeringen in alle projecten voor vismigratie. Of het uitkopen van garnalenvissers, waar het Waddenfonds meer dan € 10 miljoen in heeft gestoken en jarenlang aan heeft gewerkt. En zo zijn er nog veel meer voorbeelden te noemen. Ik ben ervan overtuigd dat het Waddenfonds echt het verschil maakt. Heel veel was anders niet van de grond gekomen in het Waddengebied.

U was zelf altijd een warm pleitbezorger van decentralisatie van taken. Met andere woorden, laat de regio zelf aan de knoppen draaien. Hoe denkt u daar als minister over?

,,Ha, ja ik heb nu een andere positie, maar denk er nog net zo over. De kracht moet uit de regio en van de bewoners zelf komen.  Daarnaast zijn er voor het Waddengebied ook actuele vraagstukken die de regio overstijgen en waarbij rijk, provincies en gemeenten elkaar hard nodig hebben. Ik zie een noodzaak dat we elkaar de komende tijd stevig vastpakken en met elkaar opwerken.’’

Zorgen voor het Waddengebied is niet een makkelijke klus. Wat wenst u de Waddengemeenschap toe?  

,,Blijf goed samenwerken. Wacht niet af, neem regie en blijf zaken op de agenda zetten. Dat is ontzettend belangrijk voor de vitaliteit van het Waddengebied.’’